gelegenheidsvoorrang

[bnj]

Wat ik mij afvraag:

Op een gelijkwaardig kruispunt staat in alle vier richtingen een auto klaar om over te steken. Alle vier auto's willen rechtdoor. Omdat je rechts voor moet laten gaan, staan alle automobilisten op hun rechterbuurman te wachten. Waarna er dus niets dreigt te gebeuren. Ik neem aan dat dit een klassiek geval is van gelegenheidsvoorrang? En dat de eerste die in beweging durft te komen, dan maar voorrang van de anderen moet krijgen? Uiteraard zorgt die eerstbewegende er tegelijkertijd voor dat hij voortdurend oogcontact houdt om te controleren of anderen hem of haar ook inderdaad voorrang verlenen.

Of zit het toch anders in elkaar?